woensdag 8 februari 2012

Wat zegt de bladspiegel?

De betekenis van de compositie
De compositie van de tekening zegt veel over de positie die het kind denkt in te nemen in de wereld. Dit is vooral terug te zien in tekeningen waarin het kind zichzelf natekent. Het blad wordt dan gezien als de levensruimte van het kind waar het al zijn activiteiten uitvoert. De positie die het kind op het tekenpapier aangeeft, staat in nauw verband met zijn verlangens en conflicten. Niet alleen de positie maar ook de grootte van de tekening geeft inzicht in de positie van het kind in de wereld (1).
Symboliek van de bladspiegel

BL
-twijfel
-op zichzelf teruggeplooid
-dromerig
-regressie
BM
-denken
-verbeelding
-idealisme
BR
-onbekommerdheid
-irrealisme
-impulsiviteit
ML
-verleden
-spijt/verdriet
-passiviteit
-moeder
MM
-heden
-realisme
-actie
-ik
MR
-toekomst
-verlangen
-energie
-vader
OL
-angst
-vlucht
-zich terugtrekken
OM
-realiteit
-materialisme
-onbewuste
OR
-
begerigheid

(2)
Dit is een schema van Royer en heeft betrekking op rechtshandige in een cultuur waar het geschrift van rechts naar links loopt. De betekenis van de bladspiegel kan omgekeerd zijn bij linkshandige en andere culturen.
*De invloed van linkshandigheid is echter nog een onopgeloste vraag. Andere onderzoekers, onder wie Abraham, gaan er namelijk van uit dat de betekenis van de ruimtelijke ordening van links- en rechtshandige hetzelfde is. Hij beweert dat beide groepen de tekening voornamelijk naar links richten
Niet alleen de bladspiegel is belangrijk, maar ook het benutten van de bladranden. Bij veel kindertekeningen zie je bijvoorbeeld dat de onderkant van het blad als bodem gebruikt wordt. Ze tekenen hier huizen, bomen en mensen op. De kinderen weten nog niet hoe ze zelf een bodem kunnen tekenen en gebruiken daarom de structuur van het blad.
    De tekening wordt soms afgesneden bij de bladrand. Deze afsnijding heeft een symbolische betekenis evenals datgene wat weggelaten wordt. Dit is het beste uit te leggen met een voorbeeld.
‘De boom’ is een onderwerp dat vaak terugkomt in kindertekeningen. De stam wordt aan de onderkant van het blad getekend. De bladeren van de boom bevinden zich aan de bovenkant van het blad. Dit doet elk kind dat een boom tekent. Toch zitten er verschillen in deze bomen. Soms worden de bladeren aan de bovenrand afgesneden. Dit zou verwijzen naar opgeblazen verwachtingen, ambities of idealen die niet uitgewerkt kunnen worden.
   Je hebt echter ook kinderen die de bladeren van de boom aan de bovenkant afplatten, zodat ze er nog wolken bij kunnen tekenen. Er wordt hier door onderzoekers verondersteld dat het kind onder druk staat in de realiteit. Het kind kan zich onvoldoende realiseren (3).
Bovendien kun je dingen afleiden uit de verhoudingen binnen het geheel van de tekening. Dit kan bijvoorbeeld door afstanden, scheidingslijnen en barrières tussen verschillende delen van een tekening aan te brengen. Sommige kinderen bijvoorbeeld plaatsen familieleden in verschillende vakjes. De tekening lijkt dan op een stripverhaal. Kinderen kunnen hiermee laten zien dat ze behoefte hebben aan een beveiligde afgrenzing tussen verschillende personen (4).
Kinderen hebben voorkeuren bij de opbouw van een tekening. Bij de opzet van een tekening maken kinderen drie belangrijke beslissingen. Ten eerste waar ze beginnen met tekenen. Ten tweede in welke richting ze tekenen. Tekenen ze met de klok mee of tegen de klok in? Ten slotte hoe groot de tekening moet worden.
    Goodnow en Levine hebben aangetoond dat er de algemene neiging is om aan de bovenkant van het papier te beginnen en van links naar rechts te tekenen. Een belangrijke factor hiervoor is natuurlijk het geschrift. In de meeste culturen leren we namelijk ook op deze manier schrijven. Een voorkeur om links bovenaan te beginnen is echter al aanwezig bij kinderen voordat ze leren schrijven.
    Deze voorkeur kunnen een aantal kenmerken van kindertekeningen bepalen. Het is opvallend dat de meeste kinderen treinen tekenen die naar links rijden. Dit is nu te verklaren. De meeste kinderen beginnen namelijk met het tekenen van de motor. Die tekenen ze dus meestal aan de linkerkant van het blad, omdat hier de voorkeur naar uit gaat. De motor bepaalt de bewegingsrichting van de trein en daarom rijdt de trein van rechts naar links (5).
 


(1) Abraham A, Les identifications de l’enfant à travers ses dessins, 1976, Toulouse, Privat
(2) Royer J, Que nous disent les dessins d’enfants?, 1995, Marseille, Hommes et perspectives
(3) Meykens S. & Cluckers Gaston, Kindertekeningen in ontwikkelingspsychologisch en diagnostisch perspectief, 1996, Leuven België, Acco
(4) Furth G., Tekeningen. Beeldtaal van het onbewuste, 1991, Rotterdam, Lemniscaat
(5) Goodnow J.J. & Levine R.A., The grammar of action: Sequence and syntax in children’s copying, Cognitive Psychology, 1973

maandag 6 februari 2012

Van ronde naar rechte lijnen

De betekenis van lijnen en vormen
Het gebruik van lijnen en vormen verondersteld meer psychische en motorische ontwikkeling dan het gebruik van kleuren. Het gebruik van lijnen vereist bijvoorbeeld dat het kind een lijn bewust kan stoppen en vervolgens diezelfde lijn kan hernemen. Het kind gaat daarom pas op latere leeftijd gebruik maken van lijnen en vormen als middel van expressie. Het gebruik van lijnen en vormen begint als een kind meer belangstelling gaat tonen voor de buitenwereld en meer belangstelling krijgt voor andere leeftijdsgenoten.
Uit een onderzoek blijkt dat kinderen die lijnen en vormen gaan gebruiken die steeds meer in overeenstemming zijn met de werkelijkheid eerder kunnen lezen en schrijven. Bovendien kunnen ze zich beter aanpassen in groepsspelletjes.
    Er zijn ook kinderen die wel gebruik gaan maken van losse lijnen en vormen, maar die nog geen voorstelling van de werkelijkheid geven. Deze kinderen leggen meer patronen in hun tekening en leggen minder nadruk op het weergeven van een realistisch beeld. Zij zijn waarschijnlijk ook constructiever dan andere kinderen.
   Dan heb je ook nog een groep kinderen die langer gebruik blijven maken van dezelfde vormen. Zij blijven vasthouden aan bepaalde vormen en kunnen niet goed tegen veranderingen (1).
In het gebruik van lijnen en vormen zit ook een ontwikkeling. Jongere kinderen maken vaker gebruik van losse eenvoudige vormen die ze vervolgens samenvoegen tot een geheel. Oudere kinderen gaan meer gebruik maken van poppetjes met een omtrek. Ook gaan ze een samenstelling van deze twee technieken gebruiken. Deze omtreksvorm maakt meer realistische tekeningen mogelijk. In het echt is de wereld namelijk ook niet opgebouwd uit eenvoudige losse vormen. Daarnaast is het makkelijker om figuren vanuit verschillende perspectieven te tekenen en bij verschillende soorten handelingen (2).
Een van de eerste vormen die kinderen maken is de cirkel. De cirkel kan namelijk verschillende dingen voorstellen. Zo wordt een cirkel vaak gebruikt als een hoofd, oog of bal. Eerst worden heel veel dingen door kinderen opgebouwd uit cirkels. Later gaan ze complexere vormen ontwikkelen. Kinderen gaan steeds meer onderscheid maken tussen verschillende vormen, zowel bij de waarneming als bij het tekenen. Hieruit kun je afleiden dat kinderen niet de precieze vorm van een voorwerp weergeven, maar dat ze gebruik maken van eenvoudige om op die manier een voorstelling van de werkelijkheid te maken (3).
De onderzoeker Freeman maakt in zijn onderzoek ook gebruik van cirkels. Hij geeft kinderen tussen de acht en twaalf jaar oud de opdracht om zoveel mogelijk verschillende tekeningen te maken waarin ze alleen cirkels mogen gebruiken. Het blijkt dat kinderen cirkels als een vaste vorm of een deel van een voorwerp ervaren en niet als een gat of een plat vlak (4). Dit komt overeen met het onderzoek van Rubin. Mensen hebben de neiging om lijnen als contouren te zien. Ze maken zo een onderscheid tussen een figuur en de achtergrond van het blad (5).
De expressieve betekenis van lijnen
Er blijkt een verschil te bestaan tussen kinderen die gebruik maken van rechte lijnen en kinderen die gebruik maken van ronde lijnen. De eerste groep is vaak zelfverzekerder, neemt meer initiatief en is wat agressiever aangelegd. Deze groep kinderen zijn iets harder. De tweede groep is vaak wat zachter en afhankelijker. Zo zie je ongeveer tijdens het derde levensjaar dat kinderen meer rechte strepen gaan gebruiken in plaats van ronde lijnen. Het egoïstische en emotionele gedrag van het kind verandert in diezelfde periode meer in een beheerst gedrag. Bovendien zit er een verschil tussen jongens en meisjes. Jongens gebruiken in het algemeen meer rechte strakke lijnen en meisjes maken meer gebruik van ronde lijnen.


















Jongen, 1 jaar en 9 maanden                                                                    Meisje, 1 jaar en 10 maanden

We moeten er echter ook rekening mee houden dat het gebruik van lijnen ook met het thema van de tekening te maken heeft. De muren van een huis worden bijvoorbeeld altijd met rechte lijnen aangegeven.
Ook zegt het verloop van lijnen iets over het kind. Het hernemen van lijnen komt meer voor bij sensitieve en emotionele kinderen. Deze kinderen zijn minder goed in het leggen van sociale contacten.
Daarnaast zijn er dingen af te leiden uit de uitgeoefende druk van de lijnen. Dit heeft natuurlijk te maken met de motorische ontwikkeling. Sommige kinderen kunnen nog niet zoveel kracht zetten en hebben als vanzelf dunnere lijnen. Andere kinderen hebben hun potlood nog niet goed onder controle en zetten zo’n harde strepen dat het blad bijna scheurt. Er zijn echter ook karaktereigenschappen uit af te leiden. Brede en donkere lijnen drukken vaak zelfverzekerdheid uit. Deze kinderen zijn vaak niet verlegen en staan open voor contact met anderen. Lichtere lijnen wijzen op vrees, bedeesdheid, onbeslistheid en een gevoelig karakter. Kinderen die lichte lijnen gebruiken houden mensen vaak meer op afstand. De intensiteit van de druk heeft natuurlijk ook met de tekening zelf te maken. Omtrek lijnen worden vaak zwaarder getekend dan lijnen die details weergeven (6) (7) (8).


(1) Altera Jan, Tekenen als expressievak, Noordhoff, 1953, Vormen en Lijnen, blz 85
(2) Fenson L, The transition from construction to sketching in children’s drawings, 1985, In Freeman, N.H. & Cox, Cambridge
(3) Arnheim R, Art and Visual Perception: A Psychology of the Creative Eye, 1956, London, Faber & Faber
(4) Freeman N.H., Strategies of Representation in Young Children: Analysis of Spatial Skills and Drawing Processes, 1980, London: Academic Press
(5) Rubin E, Figure and ground, 1915, In Beardsley, D.C. & Wertheimer, Readings in Perception, New York
(6) Altera Jan, Tekenen als expressievak, Noordhoff, 1953, Vormen en Lijnen, blz 85
(7) Royer J, Que nous disent les dessins d’enfants?, 1995, Marseille, Hommes et perspectives
(8) Brem Gräser L, Familie in Tieren. Die Familiensituation im Spiegel der Kinderzeichnung, 1970, München, Reinhardt Verlag

Kleuren zeggen meer

Het blijkt dat de intensiteit van het kleurgebruik het grootste is bij jongere kinderen. Tot ongeveer het zevende levensjaar is kleur als lustuiting heel erg belangrijk. De meeste kinderen hebben een voorliefde voor bepaalde kleuren. Ze gebruiken dan nog geen kleuren die met de werkelijkheid overeen komen. Denk maar eens aan kindertekeningen met blauwe bomen of rode mensen. Het kind kiest een bepaalde kleur vaker. Hij heeft een voorkeur voor deze kleur. Dit geldt natuurlijk alleen als het kind uit meerdere kleuren kan kiezen (1).
Dit expressieve kleurgebruik neemt af naarmate het impulsieve gedrag van het kind verandert in een volgzame gedragswijze. Wat opvalt, is dat redelijke en beheerste kinderen meer aandacht besteden aan de lijnen en vormen terwijl emotionele kinderen meer gebruik maken van kleurexpressiviteit. Wat ook opvallend is, is dat meisjes vaak meer kleuren gebruiken dan jongens. Dit wordt geweten aan een meer gevoelsmatige instelling bij meisjes (2).
Naarmate het intellect groeit, komen de kleuren steeds meer in overeenstemming met de werkelijkheid. Dit geldt met name voor kleuren die kenmerkend zijn voor het getekende onderwerp. Kinderen tekenen bijvoorbeeld het gras groen en de mantel van Sinterklaas rood. Als de kleur echter niet een specifiek kenmerk van het onderwerp is, kiest het kind zelf een kleur uit. Stel een willekeurig persoon heeft een groene trui aan dan kan het kind toch een rode trui tekenen, omdat hij dit mooier vindt. Het kind zal echter geen groene Sinterklaasmantel tekenen, omdat de kleur rood hier verwijst naar het onderwerp, Sinterklaas (3).
De kleuren komen in deze fase steeds meer overeen met de werkelijkheid, maar de kleuren worden nog wel vlak getekend. De kinderen maken nog geen gebruik van schaduw of vervaging van kleuren. Er is nog geen perspectief in de tekening. De kleuren worden gebruikt om de schoonheid van de tekening te verhogen, duidelijk te maken wat voor voorwerp het is of een onbewuste expressie te tonen (4).
We hebben nu de ontwikkeling van het kleurgebruik besproken. In de beginfase van het tekenen, worden kleuren vooral gebruikt als lustuiting. Daarna komen de kleuren steeds meer overeen met de werkelijkheid. Ze kunnen duidelijk maken wat voor voorwerp het kind getekend heeft of om de tekening mooier te maken. Is er informatie over de betekenis van bepaalde kleuren? Kunnen de kleuren zelf iets zeggen over de gevoelstoestand van een kind?
Kleurenweetjes
Het onderzoek ‘Painting en Personality’ van Alschuler en Hattwick gaat in op de expressieve betekenis van kleuren bij jonge kinderen. Het gebruik van rood duidt op een vrije, ongedwongen en natuurlijke reactie bij kleuters. Het kan ook een uitdrukking van agressie zijn als het in heftige strepen over het gehele papier en over andere kleuren heen wordt getrokken.
Groen staat tegenover rood. Het is de complementaire kleur en dit is ook in de expressieve waarde terug te zien. Kinderen die veel groen gebruiken, zijn vaak wat stiller en voorzichtiger.
Dit is ook bij Oranje te zien. Oranje wordt vaak gebruikt door verlegen kinderen. Het is een verzachting van de kleur rood.
Blauw blijkt erop te duiden dat de kleuter zich aan het ontwikkelen is van een emotioneel en impulsief gedrag naar een meer beheerst gedrag. Het gebruik van blauw heeft een verband met de neiging om ‘groot’ te worden.
Hier tegenover staat geel. Geel is vaak een weerspiegeling van aanhankelijk gedrag. Kinderen die veel geel gebruiken, zoeken bescherming of aandacht van volwassenen. Als een kind een broertje of zusje krijgt, zie je dat er veel meer geel dan blauw gebruikt wordt. Dit laat zien dat het kind aandacht van de ouders zoekt.
Het gebruik van bruin valt het meeste op bij kinderen die de behoefte hebben aan smerigheid. Dit is ook vaak te zien met een afwisseling van blauw. Blauw staat meer voor het nette en beheerste. Het afwisselen van bruin en blauw is vaak een schommeling van het vuile uit de kindertijd en de wil tot netheid.
Zwart wordt vaak gebruikt als het kind angsten heeft. De kleur wordt dan gebruikt om de tekening op te vullen en niet als een vormgevingsmiddel (5).
*De onderzoekers leggen er de nadruk op dat deze waarnemingen van kleurenexpressies bij kinderen geen aanleiding mogen zijn tot generaliseren. Ze kunnen alleen een bevestiging vormen bij andere waarnemingen uit het kleuterleven. Daarnaast is het karakter van jonge kinderen nog niet zo goed gedifferentieerd. Volwassenen kunnen makkelijker onderscheidingen maken tussen gevoelens die op elkaar lijken dan kinderen.
We hebben nu de gevoelsbetekenis van verschillende kleuren besproken. Er is nu nog de vraag waarom bepaalde kleuren een gevoel opwekken en waarom we die kleuren vervolgens in onze tekeningen gebruiken.
Iedereen neemt de wereld vanuit zijn eigen zintuigen waar. Een waarneming heeft niet voor iedereen dezelfde betekenis. Je kan een kleur nooit helemaal neutraal bekijken. Er zijn altijd innerlijke en uiterlijke gebeurtenissen die jou een bepaalde mening over die kleur geven. Het gevoel kan de waarneming van een kleur beïnvloeden. Bovendien hebben gevoelens invloed op de manier van handelen. Een gevoel is een van de drijfveren die leidt tot een handeling.
Het gevoel beïnvloed dus de waarneming van een kleur en de handeling die iemand maakt. Volgens Ludwig Klages komen de gevoelswerking van kleuren en het gebruik van deze kleuren dan dicht bij elkaar te liggen. Het gevoel beïnvloed de waarneming, daarom heb je bij bepaalde kleuren een bepaald gevoel. Daarnaast is het gevoel een drijfveer tot handelen. Ludwig klages vindt het dan logisch dat je kleuren gebruikt die aansluiten bij het gevoel dat je op dat moment hebt (6).





(1) Altera Jan, Tekenen als expressievak, Noordhoff, 1953, expressie door middel van kleuren, blz 107
(2) Alschuler R. H. and Hattwick L.W.B., Painting and Personality,Chidago, 1947
(3) Luquet, G. H., Le Dessin Enfantin, Paris, 1927
(4) Altera Jan, Tekenen als expressievak, Noordhoff, 1953, expressie door middel van kleuren, blz 107
(5) Alschuler R. H. and Hattwick, L. W. B., Painting and Personality, Chicago, 1947
(6) Klages L., Die Grundlagen der Wissenschaft vom Ausdruck, 1936