De betekenis van lijnen en vormen
Het gebruik van lijnen en vormen verondersteld meer psychische en motorische ontwikkeling dan het gebruik van kleuren. Het gebruik van lijnen vereist bijvoorbeeld dat het kind een lijn bewust kan stoppen en vervolgens diezelfde lijn kan hernemen. Het kind gaat daarom pas op latere leeftijd gebruik maken van lijnen en vormen als middel van expressie. Het gebruik van lijnen en vormen begint als een kind meer belangstelling gaat tonen voor de buitenwereld en meer belangstelling krijgt voor andere leeftijdsgenoten.
Uit een onderzoek blijkt dat kinderen die lijnen en vormen gaan gebruiken die steeds meer in overeenstemming zijn met de werkelijkheid eerder kunnen lezen en schrijven. Bovendien kunnen ze zich beter aanpassen in groepsspelletjes.
Er zijn ook kinderen die wel gebruik gaan maken van losse lijnen en vormen, maar die nog geen voorstelling van de werkelijkheid geven. Deze kinderen leggen meer patronen in hun tekening en leggen minder nadruk op het weergeven van een realistisch beeld. Zij zijn waarschijnlijk ook constructiever dan andere kinderen.
Dan heb je ook nog een groep kinderen die langer gebruik blijven maken van dezelfde vormen. Zij blijven vasthouden aan bepaalde vormen en kunnen niet goed tegen veranderingen (1).
Er zijn ook kinderen die wel gebruik gaan maken van losse lijnen en vormen, maar die nog geen voorstelling van de werkelijkheid geven. Deze kinderen leggen meer patronen in hun tekening en leggen minder nadruk op het weergeven van een realistisch beeld. Zij zijn waarschijnlijk ook constructiever dan andere kinderen.
Dan heb je ook nog een groep kinderen die langer gebruik blijven maken van dezelfde vormen. Zij blijven vasthouden aan bepaalde vormen en kunnen niet goed tegen veranderingen (1).
In het gebruik van lijnen en vormen zit ook een ontwikkeling. Jongere kinderen maken vaker gebruik van losse eenvoudige vormen die ze vervolgens samenvoegen tot een geheel. Oudere kinderen gaan meer gebruik maken van poppetjes met een omtrek. Ook gaan ze een samenstelling van deze twee technieken gebruiken. Deze omtreksvorm maakt meer realistische tekeningen mogelijk. In het echt is de wereld namelijk ook niet opgebouwd uit eenvoudige losse vormen. Daarnaast is het makkelijker om figuren vanuit verschillende perspectieven te tekenen en bij verschillende soorten handelingen (2).
Een van de eerste vormen die kinderen maken is de cirkel. De cirkel kan namelijk verschillende dingen voorstellen. Zo wordt een cirkel vaak gebruikt als een hoofd, oog of bal. Eerst worden heel veel dingen door kinderen opgebouwd uit cirkels. Later gaan ze complexere vormen ontwikkelen. Kinderen gaan steeds meer onderscheid maken tussen verschillende vormen, zowel bij de waarneming als bij het tekenen. Hieruit kun je afleiden dat kinderen niet de precieze vorm van een voorwerp weergeven, maar dat ze gebruik maken van eenvoudige om op die manier een voorstelling van de werkelijkheid te maken (3).
De onderzoeker Freeman maakt in zijn onderzoek ook gebruik van cirkels. Hij geeft kinderen tussen de acht en twaalf jaar oud de opdracht om zoveel mogelijk verschillende tekeningen te maken waarin ze alleen cirkels mogen gebruiken. Het blijkt dat kinderen cirkels als een vaste vorm of een deel van een voorwerp ervaren en niet als een gat of een plat vlak (4). Dit komt overeen met het onderzoek van Rubin. Mensen hebben de neiging om lijnen als contouren te zien. Ze maken zo een onderscheid tussen een figuur en de achtergrond van het blad (5).
De expressieve betekenis van lijnen
Er blijkt een verschil te bestaan tussen kinderen die gebruik maken van rechte lijnen en kinderen die gebruik maken van ronde lijnen. De eerste groep is vaak zelfverzekerder, neemt meer initiatief en is wat agressiever aangelegd. Deze groep kinderen zijn iets harder. De tweede groep is vaak wat zachter en afhankelijker. Zo zie je ongeveer tijdens het derde levensjaar dat kinderen meer rechte strepen gaan gebruiken in plaats van ronde lijnen. Het egoïstische en emotionele gedrag van het kind verandert in diezelfde periode meer in een beheerst gedrag. Bovendien zit er een verschil tussen jongens en meisjes. Jongens gebruiken in het algemeen meer rechte strakke lijnen en meisjes maken meer gebruik van ronde lijnen.
Jongen, 1 jaar en 9 maanden Meisje, 1 jaar en 10 maanden
We moeten er echter ook rekening mee houden dat het gebruik van lijnen ook met het thema van de tekening te maken heeft. De muren van een huis worden bijvoorbeeld altijd met rechte lijnen aangegeven.
Ook zegt het verloop van lijnen iets over het kind. Het hernemen van lijnen komt meer voor bij sensitieve en emotionele kinderen. Deze kinderen zijn minder goed in het leggen van sociale contacten.
Daarnaast zijn er dingen af te leiden uit de uitgeoefende druk van de lijnen. Dit heeft natuurlijk te maken met de motorische ontwikkeling. Sommige kinderen kunnen nog niet zoveel kracht zetten en hebben als vanzelf dunnere lijnen. Andere kinderen hebben hun potlood nog niet goed onder controle en zetten zo’n harde strepen dat het blad bijna scheurt. Er zijn echter ook karaktereigenschappen uit af te leiden. Brede en donkere lijnen drukken vaak zelfverzekerdheid uit. Deze kinderen zijn vaak niet verlegen en staan open voor contact met anderen. Lichtere lijnen wijzen op vrees, bedeesdheid, onbeslistheid en een gevoelig karakter. Kinderen die lichte lijnen gebruiken houden mensen vaak meer op afstand. De intensiteit van de druk heeft natuurlijk ook met de tekening zelf te maken. Omtrek lijnen worden vaak zwaarder getekend dan lijnen die details weergeven (6) (7) (8).
(1) Altera Jan, Tekenen als expressievak, Noordhoff, 1953, Vormen en Lijnen, blz 85
(2) Fenson L, The transition from construction to sketching in children’s drawings, 1985, In Freeman, N.H. & Cox, Cambridge
(3) Arnheim R, Art and Visual Perception: A Psychology of the Creative Eye, 1956, London, Faber & Faber
(4) Freeman N.H., Strategies of Representation in Young Children: Analysis of Spatial Skills and Drawing Processes, 1980, London: Academic Press
(5) Rubin E, Figure and ground, 1915, In Beardsley, D.C. & Wertheimer, Readings in Perception, New York
(6) Altera Jan, Tekenen als expressievak, Noordhoff, 1953, Vormen en Lijnen, blz 85
(7) Royer J, Que nous disent les dessins d’enfants?, 1995, Marseille, Hommes et perspectives
(8) Brem Gräser L, Familie in Tieren. Die Familiensituation im Spiegel der Kinderzeichnung, 1970, München, Reinhardt Verlag
Geen opmerkingen:
Een reactie posten